Diagnostiek/verblijf

OOOC (Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum) De Sluis en OOOC De Zwaantjes bieden hulp aan minderjarigen tussen 0 en 18 jaar (voortgezet tot maximaal 21 jaar). Hun expertise omvat met name het werken met minderjarigen van een lagere schoolleeftijd.

Welke hulpverlening bieden wij?

Wij bieden de modules Diagnostiek en Verblijf in functie van diagnostiek aan voor zowel jongens als meisjes. De gemengde werking laat jongens en meisjes in alle contexten (thuis, op school, in de vriendenkring, in hun vrije tijd en later in hun job) samen opgroeien. Bovendien biedt een gemengde leefgroep extra observatie- en begeleidingsmogelijkheden rond bijvoorbeeld omgangsvormen en sociale vaardigheden. De invloed van en op de groepssfeer en -dynamiek is vaak constructief, aanvullend en/of corrigerend.

Onze hulpverlening wordt frequent ingeschakeld voor problematieken als:

• ernstige conflictsituaties binnen het thuismilieu, al dan niet gelinkt aan de puberteits- of adolescentiefase;

• opvoedingsmoeilijkheden;

• moeilijkheden op school;

• relationele en/of familiale moeilijkheden;

• psychische of emotionele ontreddering;

• traumatische ervaringen (misbruik, mishandeling, verwaarlozing, …).

Bij de modules ‘diagnostiek’ en ‘verblijf in functie van diagnostiek’ zijn een psycholoog, een contextbegeleider en het opvoedersteam verantwoordelijk voor het diagnostisch proces, onder toezicht van de directie. De collega’s die niet rechtstreeks betrokken zijn bij een dossier, volgen het diagnostisch proces op een afstand. Zij kunnen een bijdrage leveren tijdens overlegmomenten. Bij de module ‘diagnostiek’ zijn een psycholoog en contextbegeleider verantwoordelijk voor het diagnostisch proces, onder toezicht van de directie. Ook bij deze dossiers kunnen niet rechtstreeks betrokken collega’s een bijdrage leveren tijdens overlegmomenten. Het diagnostisch proces gebeurt steeds in samenwerking met de betrokken minderjarige en diens context. Zij leveren hun eigen bijdrage hierin.

Hoe werken we?

Tijdens een intake verzamelen we informatie over de moeilijkheden en verwachtingen van de minderjarige en diens context. Tijdens de oriëntatieperiode formuleren we onderzoeksvragen en bepalen een strategie. Dan volgt een onderzoeksfase gedurende circa drie weken, waarin we de hypothesen toetsen en de onderzoeksvragen uit de strategiefase beantwoorden. Het diagnostisch onderzoek is vraaggericht en op maat van de minderjarige; we werken dan ook nauw samen met de minderjarige en diens context. Zij ontvangen informatie over het verloop van hun eigen diagnostisch traject en zijn als het ware ‘mede-onderzoeker’.

In de integratie- en aanbevelingsfase, die doorlopen wordt tijdens de zesde week van de hulpverlening, integreren we alle bevindingen uit de onderzoeksfase. Er wordt een integratief beeld (IB) opgesteld, wat de basis vormt voor een eerste adviesbepaling. Als er onvoldoende informatie is om tot een integratief beeld en aanbeveling te komen, kunnen we besluiten om terug te keren naar de strategie- en/of onderzoeksfase. In zo’n geval duurt het diagnostisch traject vaak langer dan de vooropgestelde acht weken. De adviesfase omvat de laatste twee weken in het hulpverleningsproces. We evalueren dan de eerste adviesbepaling, om tot een definitief advies te komen. Het definitief advies delen we mee aan de minderjarige en diens context, en we streven ernaar dat dit advies gedragen wordt. Tijdens een eindbespreking, waarbij de minderjarige, dienst context en de verwijzer aanwezig zijn, worden alle bevindingen toegelicht.


¬ Diagnostiek/verblijf